donderdag 14 juli 2011

Pain

Pain, it comes in all forms. The small twinge, a bit of soreness, the random pain, the normal pains that we live with everyday. Then there's the kind of pain you can't ignore. A level of pain so great that it blocks out everything else; makes the rest of your world fade away until all we can think about is how much we hurt. How we manage our pain is up to us. Pain. We anaesthetize, ride it out, embrace it, ignore it... and for some of us, the best way to manage pain is to just push through it.

Los laten.

Als je altijd om een bepaald liedje moet huilen en je bent het zat om te huilen, dan luister je er eenvoudig niet meer naar. Maar aan jezelf kun je niet ontsnappen. Je kunt niet besluiten om niet meer met jezelf om te gaan. Je kunt niet besluiten om het kabaal in je hoofd uit te zetten.

Ik liep maar wat doelloos rond buiten. En de kou was prettig. Het had geregend en mist was er nu voor in de plaats gekomen. Een lichte nevel. Ik zwierf uren door de stad, fantaserend dat de mist alsmaar dichter zou worden en me dan zou opslokken. Het gaf me een heerlijk gevoel; de gedachte zo simpel te kunnen verdwijnen.
Terwijl ik realiseerde dat niemand wist wat er speelde in mijn leven, werd mijn hele wereldbeeld door elkaar geschud. Zoals wanneer je over een hobbelige weg rijdt en de macht over het stuur verliest en je, net een tikje, de berm in word geslingerd. De modder spat onder de wielen omhoog. Je weet de wagen weer recht te krijgen, maar hoe je ook oppast, hoe je je ook concentreert, je word telkens weer opzij getrokken. En op een bepaald punt wordt het zwaar, te vermoeiend, en overweeg je het stuur maar los te laten. De tragedie, of wat dan ook, maar over je heen te laten komen.

woensdag 6 juli 2011

These Things

I have longed to be the quiet, fading light that helps you sleep, and sunrise through the open door.
I've stayed awake for hours wondering how I could channel the most beautiful things through your eyes, and into your heart.
I have wished to be the warm, child-long summer that stirs your playful curiosity, and dreams across the long winter.
For a time I doubted, I could be any of these things, or the myriad others that fill my head each day.
But the stronger my life bonds with yours, the less I doubt my abilities, the more revealed is my part.
With love, all possibility follows, it follows me, it follows you. And all these things wished for are already true.

vrijdag 1 juli 2011

Gedachten.

Zouden jullie willen dat jullie andermans gedachten konden horen? Natuurlijk zouden jullie dat wel willen. Iedereen antwoord ja op die vraag, tot ze er wat dieper over nadenken. Stel bijvoorbeeld dat anderen jouw gedachten konden horen? Stel dat ze konden horen wat jij denkt... op dit moment?

Soms hebben we gedachten die we zelf niet eens begrijpen. gedachten die we niet eens menen, die niet kloppen met wat we voelen, maar ze gaan toch door ons hoofd omdat ze interessant zijn om bij stil te staan. Als je andermans gedachten zou kunnen horen, zou je zowel dingen opvangen die waar zijn als dingen die nergens op slaan. En je zou het een niet van het ander kunnen onderscheiden. Je zou gek worden. Wat is waar? Wat niet? Miljoenen ideeën, maar wat is hun betekenis?

Daarom hou ik zo van poezië. Hoe abstracter, hoe mooier. Het soort poezië waarbij het niet duidelijk is waar de dichter het over heeft. Je hebt misschien een vermoeden, maar zeker kun je het niet weten. Niet honderd procent. Elk afzonderlijk woord kan duizend verschillende boodschappen hebben. Is het een vervanging, een symbool, voor iets heel anders? Maakt het deel uit van een grotere, meer verborgen metafoor?
Ik had de pest aan poezië, totdat iemand me leerde hoe ik het kon waarderen. Hij vertelde me dat ik een gedicht als een puzzel moest zien. Het is aan de lezer de tekst, de code te ontcijferen, gebaseerd op zijn eigen ervaringen en emoties. Gebruikt de dichter rood als symbool voor bloed? Woede? Lust? Of is de kruiwagen simpelweg rood omdat rood beter klonk dan zwart?

donderdag 16 juni 2011

Regen.

Het is avond, ik zit in de tuin en luister muziek, drink rustig me glas met whiskey. Normaal moet ik hier van ontspannen. Dit keer jammer genoeg niet. Ik voel me nog steeds te gespannen, te veel stress, te veel drukte. Ik voel de eerste druppels op me vallen. Een, twee, drie, steeds meer en meer. Regen. Stromende regen. Ik sta daar. Eindelijk ontspan ik. Ik drink me glas leeg en laat de stromende regen alles wegspoelen. Alle drukte, alle stress. Comfortably Numb. Ik schenk nog een glas in. Talk Tonight van Oasis speelt nu af, en ik sta hier nog steeds. Dit is fijn denk ik. Niks meer voelen, niks meer denken, alleen maar muziek, me favoriete drank en stromende regen. Dit is fijn.

donderdag 9 juni 2011

Climbing

It doesn't matter how much you achieve. If you're a climber, there's always another mountain.

They take pictures of moutain climbers at the top of the mountain. They're smiling, ecstatic, triumphant.

They don't take pictures along the way because who wants to remember the rest of it. We push ourselves because we have to, not because we like it.

The relentless climb, the pain and anguish of taking it to the next level. Nobody takes pictures of that. Nobody wants to remember.

We just want to remember the view from the top. The breathtaking moment at the edge of the world. That's what keeps us climbing. And its worth the pain. Thats the crazy part.

zondag 5 juni 2011

Nieuwe bestemming, en verder gaan.

Ik zit in de trein. Net als iedereen op deze aardbol.
De meesten stappen in en stappen even later weer uit. Een nieuwe bestemming. Ze gaan verder.
Sommigen die blijven zitten en wachten op iemand. Iemand die vraagt of ze samen uitstappen. Een nieuwe bestemming. Ze gaan verder.
Anderen stappen uit en blijven staan op het perron, laten zich meeslepen door de menigte tot dat ze bij een nieuwe bestemming zijn. En gaan vanaf daar weer verder.
Weer anderen die stappen uit, en blijven wachten op het perron tot dat iemand komt en ze meeneemt naar een nieuwe bestemming. Ze gaan verder.

Ik stapte uit de trein, ik kon niet langer blijven zitten. Niet wetend waar ik heen ging. Dus ik stapte uit en stond daar op het perron. Ik liet me meeslepen door de menigte want eigenlijk wist ik nog steeds niet waar ik heen moest. Ik kwam op een nieuwe plek. Ik wou me weer laten meeslepen, maar iemand pakte mijn hand. Ik keek op. Een jongen. Lang. Blond haar. Blauwe ogen. Met een glimlach op zijn gezicht van oor tot oor. Hij zag er uit als iemand die weet wat die wilt en er voor gaat.
Hij pakte mijn andere hand en keek me diep in me ogen. Ik wist dat ik niet meer alleen was. Hij was er nu voor mij. Hij gaf me een kus op me voorhoofd en samen liepen we verder. Een nieuwe bestemming. Samen gingen we verder.